Programma 2024

Na twaalf jaar constructieve oppositie is N-VA Wuustwezel er klaar voor om mee te besturen na de gemeenteraadsverkiezingen van zondag 13 oktober 2024!

Wij hebben opnieuw een enthousiaste ploeg die zowel bestaat uit ervaren mensen die al jaren als gemeenteraadslid het reilen en zeilen in de gemeente opvolgen, als uit jongeren die met frisse ideeën klaar staan om het beleid in onze gemeente te vernieuwen.

Het is voor N-VA belangrijk dat er echt naar de inwoners wordt geluisterd. Burgerparticipatie is in Wuustwezel meer dan ooit nodig, want nog steeds worden te veel beslissingen binnenskamers genomen, door enkelingen, te snel en zonder overleg. Die beslissingen zijn niet altijd verkeerd, maar ze kunnen toch te vaak beter en dan zorgen ze voor ontevredenheid, ook omdat de mensen het gevoel hebben dat alles boven hun hoofden gebeurt.

Het vertrouwen in de politiek is soms ver te zoeken en dat is jammer. In onze visie kan dit perfect hersteld worden omdat we een werkwijze willen hanteren waardoor er echt overleg met de inwoners kan worden georganiseerd. Hiervoor heeft N-VA Wuustwezel concrete voorstellen.

In verdere speerpunten proberen we antwoorden te geven op die zaken die ons allen bezighouden. Hoe kan het verkeer vlot blijven en toch veilig? Onze landelijke gemeente kent als grensgemeente zijn eigen uitdagingen wat veiligheid betreft. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we kunnen blijven wonen en eventueel werken in de aangename omgeving die onze gemeente is? Een belangrijk aandachtspunt voor iedereen is de zorg voor kinderen, mensen met een beperking en ouderen.

N-VA Wuustwezel wil deze uitdagingen aangaan en heeft zijn programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 opgesplitst in vijf duidelijke speerpunten.

De nadruk ligt niet op de titels of de slogans maar op concrete maatregelen die werkelijk het verschil kunnen maken.

1. Beter bestuur en burgerparticipatie: zorgen voor echte inspraak is niet moeilijk.
   • betere verdeling financiële middelen
   • daadwerkelijke burgerparticipatie
   • burgerbegroting
2. Mobiliteit: vlot en veilig verkeer door weldoordachte maatregelen.
   • ​​iedereen zijn plaats op de weg
   • aanpakken pijnpunten
   • opletten met zone 30 en fietszones
3. Veiligheid: zich gerust en thuis voelen.
   • ​​meer aandacht voor BIN’s en wijkagenten
   • aanpakken overlast en druggebruik en -dealing
4. Aangenaam leven, wonen en werken: een samenhangende visie.
   • ​​kwaliteitsvol wonen
   • bruisende dorpskernen
   • werk in eigen streek
   • verenigingsleven
5. Zorg: inspelen op de echte noden.
   • kinderopvang
   • een visie op het beleid voor jeugd en voor ouderen
   • aandacht voor mensen met beperking
   • gepast antwoord op uitdagingen vergrijzing

Een beter bestuur zorgt in de eerste plaats voor het doeltreffender inzetten van de beschikbare financiële middelen.

• Bij de keuze van een project moet enkel de vraag doorwegen: in hoeverre wordt de Wuustwezelnaar beter van een bepaalde investering: wat is goed voor de burger en de lokale verenigingen? Investeringen die weinig voor de inwoners betekenen (bv. de dure herstelling van de Klot) zijn er een bewijs van dat een zorgvuldiger bestuur nodig is.
• Het weldoordachter omgaan met het budget kan ervoor zorgen dat het niet nodig is om de gemeentebelastingen op te trekken, het zou integendeel op termijn kunnen leiden tot een daling ervan.

Er worden in Wuustwezel te veel plannen en projecten uitbesteed, er wordt bijvoorbeeld veel geld uitgegeven aan studiebureaus en heel wat wordt overgelaten aan projectontwikkelaars.

• Ons eigen gemeentepersoneel bestaat uit capabele mensen die best in staat zijn om projecten op een degelijke manier uit te werken.
• Indien er nood is aan expertise, is een betere invulling van het eigen kader wenselijk.
• Het beleid moet vertrekken vanuit een samenhangende visie, op die manier worden losse en versnipperde beslissingen voorkomen. Zie punt 4: “een visie op aangenaam leven, wonen en werken.”
• Indien er een studiebureau wordt ingeschakeld, moet de werking starten vanuit een visie van het bestuur. Er wordt nadien op een transparante manier correcte informatie gegeven aan de burger.
• De informatiedoorstroming moet tijdig gebeuren, dus niet wanneer een beslissing of een uitvoering al bezig is.

Niet alleen een zorgvuldig beheer van de financiën is nodig, het is bovendien belangrijk dat het bestuur de noden en vragen van de mensen ernstig neemt, met andere woorden: daadwerkelijke burgerparticipatie.

• Het zou een vanzelfsprekend beginpunt moeten zijn om oor en oog te hebben voor wat er leeft bij de bevolking: de vraag naar een bankautomaat in ieder dorp bijvoorbeeld klinkt luid en kan ingewilligd worden mits een haalbare investering.
• Dat is echter niet voldoende: burgerparticipatie moet gebeuren door een eerlijk, transparant en efficiënt systeem zodat niet alleen harde roepers of bevriende burgers gehoord worden.
  • Een dergelijke werking start met overleg waarbij naar de mensen geluisterd wordt.
  • Pas daarna worden diverse haalbare mogelijkheden uitgewerkt en voorgesteld.
  • Tot slot kan een systeem dat op Itsme® gebaseerd is, de mensen de mogelijkheid geven om te stemmen over de voorstellen, waarbij het gekozen voorstel wordt aangenomen.
  • Deze werkwijze kan het schijnsysteem van Wuustwezel Wenst vervangen, tot nu toe werd steeds een zo goed als afgewerkt voorstel gelanceerd en maakten alternatieve en kritische opmerkingen al bij voorbaat weinig kans.

Het voorzien van een burgerbegroting is eveneens een belangrijke stap in de richting van echte participatie van de inwoners. Een bepaald percentage van het budget (bv. 7 % zoals de personenbelasting in Wuustwezel) kan besteed worden aan projecten die de burgers zelf voorstellen en (laten) realiseren.

• Er leven andere noden in de verschillende woonkernen van onze uitgestrekte gemeente: het voorzien van een burgerbegroting zorgt ervoor dat ingespeeld wordt op specifieke behoeften op een manier die de inwoners bevalt.
• Het nodige overleg in buurtcomités dat aan de uitwerking van een project voorafgaat, versterkt het sociale weefsel doordat mensen met elkaar in gesprek gaan en verschillende visies kunnen vergelijken.
• De samenwerking tussen dergelijke buurtcomités en de gemeente kan het vertrouwen in het bestuur vergroten.
• De besluitvorming kan verlopen op dezelfde manier als wanneer het initiatief voor een bepaald project van de gemeente uitging (via Itsme®.)

Er is nood aan weldoordachte en evenwichtige verkeersmaatregelen die uitgaan van realistische principes, dat moet de basis worden van een verkeersplan waarvoor een draagvlak is bij de inwoners.

• Iedere vervoersmethode heeft zijn rechten, het heeft geen zin om het autoverkeer te demoniseren. Alle weggebruikers hebben rechten maar ook plichten.
• Het enkel nemen van algemene maatregelen (grote zones 30 en zogenaamde “mobiliteitskamers”) is niet zaligmakend: het is belangrijker om te starten met het aanpakken van gevaarlijke punten.
• Wat men doet, moet rekening houden met de menselijke realiteit, anders loopt men het risico dat goedbedoelde ingrepen om de verkeersveiligheid te vergroten, een averechts effect hebben. Het scheppen van grote frustraties bij automobilisten of het creëren van een vals gevoel van veiligheid bij zwakke weggebruikers, dient vermeden te worden.
• De verkeersveiligheid wordt effectief bevorderd als ieder zijn plaats op de openbare weg heeft: er moeten meer voetpaden en gescheiden fietspaden komen en kruispunten moeten veiliger worden. Ongevallen met fietsers gebeuren immers vaak bij onverwachte bewegingen van de fietsers, maneuvers van auto’s of vrachtwagens of op kruispunten, minder door overdreven snelheid. Als Wuustwezel een fietsgemeente wil zijn, betekent dat niet alleen goede fietsinfrastructuur om toeristen aan te trekken, het wil in de eerste plaats zeggen dat inwoners zich veilig per fiets in de dorpskernen moeten kunnen verplaatsen.

Er moet een actieplan komen om op korte en middellange termijn de pijnpunten aan te pakken.

• In Wuustwezel zijn er te veel inconsequenties en onduidelijkheden in de lokale verkeersregelingen: het is nodig om uit te gaan van een centrale visie en in gelijke situaties gelijke regels en aanduidingen te voorzien.
• Dwarse parkeerplaatsen in drukke straten zijn gevaarlijk voor fietsers en moeten verdwijnen.
• Er moet ernstig gekeken worden naar de in Wuustwezel voorziene snelheidsremmende maatregelen. De vaak voorkomende bloembakken schieten bijvoorbeeld hun doel volledig voorbij: auto’s gaan er niet trager door rijden, ze nodigen uit tot een sportieve rijstijl, gevaarlijke slalombewegingen en het vroeg links rijden en brengen andere weggebruikers zodoende net in gevaar, zeker in straten zonder voetpaden. Bovendien schenken bestuurders hierdoor minder aandacht aan de voorrangsregels op de nabijgelegen kruispunten.
• De gemeente kan zich assertiever opstellen om AWV te bewegen om de afstelling van de verkeerslichten anders te regelen om het verkeer veiliger en toch vlot te laten verlopen.
• Het zicht bij het opdraaien op een hoofdweg vanuit een zijstraat is op een aantal plaatsen te beperkt.
• Lange rechte straten in dorpskernen moeten altijd minstens aan één zijde een voetpad hebben.

Een zone 30 zonder flankerende maatregelen is niet efficiënt en kan zwakke weggebruikers een vals gevoel van veiligheid geven.

• Te grote zones 30 werken niet: daarom is het best om ze te beperken tot de schoolomgeving of andere zones met een intensief fiets- of voetgangersverkeer.
• De inrichting van de weg moet ervoor zorgen dat automobilisten het aanhouden van die lage snelheid als natuurlijk aanvoelen. Als er gescheiden verkeer mogelijk is, of in lange, rechte straten is een zone 30 niet de beste oplossing.

Fietszones zijn goed, maar alleen in gebieden met grote fietsstromen en lage aantallen gemotoriseerde gebruikers. Er moet voldoende worden nagedacht over de uittekening van de zone, over het verspreiden van de informatie en de sensibilisering van de automobilisten.

Er moeten mogelijkheden gevonden worden om zwaar vervoer uit de dorpskernen te weren.

• De combinatie van een stijgend aantal fietsers met de aanwezigheid van zware vrachtwagens komende van of op weg naar de op- en afrittencomplexen van Brecht en Loenhout zorgt voor een gevaarlijke cocktail.
• Wegens zijn ligging is de Bredabaan voor Gooreind al min of meer een ringweg, maar in Wuustwezel en Loenhout gaat het zwaar vervoer wel degelijk door de dorpskernen. Er kunnen concrete en doeltreffende oplossingen gevonden worden.
• Het verbieden van zwaar verkeer tijdens de begin- en einduren van de scholen is bijvoorbeeld belangrijk om ervoor te zorgen dat de jonge en vaak onervaren fietsertjes veilig naar en van school kunnen.

Een goed parkeerbeleid in Wuustwezel-centrum dringt zich op. Er komen heel wat nieuwe projecten op ons af, denk maar aan de Dorpsstraat, de Biest, de Kalmthoutsesteenweg en de Rijsvennen. Deze projecten zijn dan misschien wel nodig maar ze gaan gepaard met het verdwijnen van heel wat parkeervakken. We mogen echter niet vergeten dat mensen uit een andere woonkern of ouderen veelal met de wagen komen winkelen. We moeten er dan ook voor zorgen dat er genoeg parkeergelegenheid is, ook hier telt onze visie van “ieder zijn plaats in het verkeer”. Concreet mag hier de parking van Hubo niet de dupe zijn en uitgroeien tot een openbare parking. Er is dus nood aan een goed parkeerbeleid in Wuustwezel-centrum,  gratis en vlakbij de handelaars. De nieuwe site aan Delhaize en Hofman is hiervoor de ideale plaats.

De gemeente moet zich actief blijven inzetten en eventueel zelf initiatieven nemen voor een kwalitatief openbaar vervoer, zo moet de snelle busverbinding met Antwerpen gewaarborgd blijven, alsook de goede verbindingen met de omliggende gemeentes, scholen en treinstations.

Tot slot is het nodig om initiatieven te nemen om het verkeersinzicht van de mensen te vergroten. Voor jongeren kunnen scholen nog beter ondersteund worden om ervoor te zorgen dat kinderen en adolescenten zich op een verantwoordelijke manier in het verkeer bewegen. Maar ook ouderen vormen een risicogroep: opfrissingscursussen zijn soms broodnodig om ervoor te zorgen dat ze zich veilig in het verkeer kunnen blijven bewegen, zowel te voet, per fiets als met de auto.

Buurt Informatie Netwerken (BIN’s) moeten efficiënter kunnen werken dankzij een georganiseerde ondersteuning van de gemeente op administratief en praktisch gebied. In dat verband is het beter om één BIN te hebben per woonkern. Op die manier is de werking haalbaarder voor de vrijwilligers die er zich voor inzetten.

Het systeem van de wijkagent die herkenbaar en bereikbaar is voor de inwoners, moet weer ingevoerd worden.

• De huidige wijkteams zijn anoniemer en zorgen niet voor een groter veiligheidsgevoel. De wijkagent moet niet alleen gekend zijn, hij of zij moet ook de wijk kennen.
• Door regelmatig contact ontwikkelen de wijkagenten een vertrouwensband met de inwoners, zodat de mensen zich meer gehoord en gesteund voelen.

De drempel om melding te maken van mogelijk criminele feiten of overlast moet verkleinen. De mogelijkheid moet bestaan om zonder afspraak tijdens de openingsuren van het politiekantoor in Wuustwezel aangifte te doen van gelijk welk feit.

De aanwerving van twee gemeenschapswachten per gemeente gebeurde in een samenwerkingsverband tussen Essen, Kalmthout en Wuustwezel, die ook de politiezone Grens vormen. Dat is in principe positief: zij houden mee een oogje in het zeil, hebben een sensibiliserende functie en kunnen GAS-boetes opmaken voor de hardleerse burger. Maar de opgezette constructie is niet efficiënt en de financiering is omslachtig (de gemeente betaalt aan de politiezone die op zijn beurt de gemeente Essen betaalt waar alle gemeenschapswachten in dienst zijn). De aansturing gebeurt nu via de dienst interne organisatie van Essen en dat zou beter vanuit de eigen diensten van Wuustwezel kunnen gebeuren. Wuustwezel zou bovendien drie gemeenschapswachten moeten hebben zodat de grotere woonkernen (Wuustwezel, Gooreind en Loenhout)  hun eigen gemeenschapswacht krijgen als aanvulling bij de wijkagenten. De opvolging van de meldingen van overlast (sluikstort bijvoorbeeld) gaat efficiënter indien er een kortere lijn is met de eigen gemeentelijke diensten.

Gelijk welke overlast verstoort het gevoel van rust en veiligheid bij de inwoners.

• Er moet een ernstig en breed plan gemaakt worden om overlast zoveel mogelijk te kunnen vermijden. Hierbij moet er aandacht zijn voor het ontdekken van de oorzaken van de problemen, voor preventie en voor bestraffing. Het inzetten van extra mobiele camera’s is in dit verband geen overbodige luxe.
• De gemeente kan initiatieven nemen om uitgaansmogelijkheden te faciliteren, zodat jongeren zich in veilige en enigszins gecontroleerde omstandigheden in eigen streek kunnen ontspannen.

Problemen rond druggebruik en -dealing zijn reëel in Wuustwezel – ook omdat we een grensgemeente zijn - en dreigen zonder gecoördineerde preventieve en sanctionerende aanpak in de toekomst toe te nemen.

• Niet alleen zorgt de drugsproblematiek voor overlast, criminaliteit en een groter onveiligheidsgevoel, het is een bedreiging voor de mentale en lichamelijke gezondheid van de jeugd.
• De nadruk zal moeten komen te liggen op preventie, educatie en samenwerking.
• De gemeente moet hier initiatieven nemen in samenwerking met scholen, ouders en jeugd- en sportverenigingen.
• Uiteraard moet de lokale politie het personeel en de middelen krijgen om doeltreffend op te treden.

Leven, het wonen en het werken in een gemeente zijn zaken die moeilijk apart kunnen bekeken worden. Het zijn elementen die samenhangen. Goed beleid moet daarvan uitgaan en maatregelen nemen om die drie aspecten allemaal de aandacht te geven die ze verdienen.

Het wonen in Wuustwezel moet kwaliteitsvol blijven.

De gemeente moet het systeem van Wonen In Eigen Streek (WIES) overwegen om jonge mensen die wonen of werken in Wuustwezel meer kans te geven om in de gemeente een woning aan te schaffen.
Indien er bijvoorbeeld nieuwe wijken worden ontwikkeld, moet het bestuur inspelen op de gevolgen ervan, bijvoorbeeld op een gewijzigde verkeerssituatie. Als de problemen niet preventief worden aangepakt, is een latere aanpassing moeilijk.

N-VA wil de open ruimten in Wuustwezel vrijwaren en het landelijk karakter van het buitengebied behouden.

Een visie op groei en het aantrekken van jonge gezinnen moet tegelijk een visie zijn op de leefbaarheid en het aangenaam wonen in Wuustwezel. Is er bijvoorbeeld genoeg en betaalbare kinderopvang? De toename van het aantal inwoners brengt met zich mee dat er meer nood is aan sport en ontspanningsmogelijkheden, winkelgelegenheid, cultuur, aan groene ruimtes, enz.

De landelijke rust is een troef die het leven in onze gemeente aangenaam maakt. Er moet over gewaakt worden dat dit niet bedreigd wordt door verkeers- en lawaaihinder of andere zwaar storende elementen zoals slagschaduw van windmolens.

Bruisende dorpskernen van Wuustwezel, Gooreind en Loenhout, wat betekent dat de inwoners lokaal moeten kunnen winkelen.

• De lokale middenstand verdient ondersteuning door de gemeentelijke overheid. Het ondernemersloket dient verder te worden uitgebouwd zodat alle ondernemers (groot en klein)  op een makkelijke manier contact kunnen leggen met deze dienst. Op zijn buurt moet deze dienst voorzien in het zelfstandig uitbouwen van een duidelijke en correcte database die volgens de GDPR-regels kan gebruikt worden voor het uitbouwen van initiatieven, acties en dergelijke meer. Ook de burger moet deze database in het kader van “koop lokaal” kunnen raadplegen. Dat alles moet in eigen beheer kunnen gekoppeld worden aan een website en social media.
• Plaatselijke horecagelegenheden zijn de ontmoetingsplaatsen bij uitstek.
• De wekelijkse markt en kermissen moeten blijven bestaan en gestimuleerd worden door een beter zichtbare locatie.
• Het lokale winkelen moet gestimuleerd worden, o.a. door vlotte bereikbaarheid en het voorzien van voldoende parkeerplaatsen.
• Het moet via registratie lokale ondernemingen makkelijker gemaakt worden om succesvol in aanmerking te komen voor overheidsopdrachten.
• Voor ondernemers uit de eigen gemeente is het vaak niet mogelijk om al direct een eigen winkelruimte te hebben. Een “winkel in winkel”-ruimte in iedere deelgemeente kan de gelegenheid geven aan startende handelaars om hun waren plaatselijk aan te bieden. Dit systeem kan een plaats zijn waar lokaal geteelde landbouwproducten via de korte keten snel bij de consument terechtkomen. Bovendien kunnen dergelijke ruimtes ontmoetingsplaatsen worden die het sociale weefsel versterken.
• De gemeente moet organisatoren van nieuwe, lokale evenementen en activiteiten actief ondersteunen.

Vele Wuustwezelnaars werken buiten de eigen gemeente: 80% pendelt naar en van het werk. De gemeente kan maatregelen nemen om werk in eigen streek te bevorderen, dat vermindert de verkeersstromen, zet meer mensen aan om de fiets te nemen voor woon-werk-verkeer en vergroot de kwalitatieve vrije tijd.

• Succesvolle Wuustwezelse ondernemingen wijken nu vaak uit omdat hier onvoldoende mogelijkheden zijn: ze hier houden vergroot de werkgelegenheid ter plaatse. Er moet gekeken worden naar de mogelijkheden om de bestaande KMO-zones uit te breiden en nieuwe te voorzien, zodat er op middellange termijn resultaten kunnen geboekt worden.
  • De KMO-zone van Sterbos kan een kleine ambachtszone worden.
  • Om het zwaar verkeer zoveel mogelijk uit de dorpskernen te houden, kunnen de zones die tussen de bewoonde gebieden en de opritten van de E19 liggen, worden uitgebreid.
  • Tijdige planning moet het bovendien mogelijk maken om het verlies aan natuur- en landbouwgebied te compenseren.
• Het bestuur moet aandacht besteden aan nieuwe en moderne werkgelegenheidsvormen, zoals de werkplatformen. Mensen met de behoefte aan tijdelijke hulp (tuinonderhoud, verhuis, boodschappen, IT-ondersteuning…) kunnen in contact komen met geïnteresseerden en werken met dagcontracten. Het wettelijk kader en de regelingen rond verzekering en dergelijke staan volledig op punt. Dat is positief voor gemeenschapsvorming, de kans op een bijverdienste voor jongeren, activering van 60-plussers, kinderopvang…

Het sociaal-cultureel verenigingsleven wordt ondersteund door het ter beschikking stellen van infrastructuur, logistieke steun, het bekendmaken van activiteiten via gemeentelijke publicaties en de website, enz…

• De huidige infrastructuur van zalen en ruimtes dient beschikbaar én betaalbaar te zijn voor alle verenigingen. Dit is met name een probleem voor de zaal Kadans.
• De eigenheid en onafhankelijkheid van de verenigingen moet gerespecteerd worden.
• Er moeten ook impulsen gegeven worden aan experimenten en vernieuwing en drempelverlagende initiatieven voor specifieke doelgroepen (jongeren, senioren, allochtonen, lage inkomens …)
• Verenigingen moeten de kans krijgen hun werking verder te zetten en uit te breiden.

Voor N-VA Wuustwezel is de jeugd echt van tel.

• Het belang van jeugdverenigingen in een gemeente als de onze is niet te onderschatten. Ze weerspiegelen de samenleving in het klein en kinderen en jongeren leren er met elkaar omgaan. Elke jeugdvereniging is uniek en verdient voldoende ondersteuning, zowel financieel als via begeleiding. Een gelijke behandeling is echter nodig, wat voor de ene kan, moet ook mogelijk zijn voor de andere. Hierbij mag niet uitgegaan worden van vooroordelen of situaties uit het verleden. Er moet gehandeld worden vanuit een visie en een blik op de toekomst van de jeugd en de jeugdverenigingen. Zij zijn degenen die onze gemeente verder gaan laten openbloeien.
• Noodzakelijk voor de goede werking van jeugdverenigingen zijn de infrastructuur en de omgeving waarin zij vertoeven. Hierbij is het nodig dat de gemeente de nodige informatie en steun levert aan alle jeugdverenigingen uit alle woonkernen bij de eventueel noodzakelijke uitbouw van hun terreinen.
• De omgeving waar kinderen en jeugd samenkomen, zoals aan het skate-terrein aan het Kochsegoed, moeten voldoende gemonitord geworden. Dergelijke plekken moeten veilig en duurzaam zijn voor kinderen en het gebruik van vuurwerk en verdovende middelen moet zwaar beteugeld worden.
• Met N-VA Wuustwezel staan wij voor een rechtlijnig jeugdbeleid waarbij jeugdverenigingen proportioneel gelijke ondersteuning en middelen krijgen. Voor ons moeten onze jongeren zich op een veilige manier kunnen ontplooien op de vele speelveldjes en skateterreinen.
• Er moet worden gestreefd naar een jeugdhuis in elke grotere woonkern.
• De jongeren en de vele geëngageerde jeugdverenigingen zijn van cruciaal belang!

Er moet een coherent seniorenbeleid worden uitgewerkt via een ouderenbeleidsplan in samenwerking met de ouderen adviesraad.

• Er zou een Lokaal Dienstencentrum moeten komen in de dorpskern van Gooreind, maar de LDC’s mogen geen concurrentie worden voor de lokale horeca.
• Senioren mogen niet uitgesloten worden door alles te digitaliseren. Papieren versies van aanvraagdocumenten en dergelijke moeten nog beschikbaar blijven.
• Senioren moeten de kansen krijgen om op alle mogelijke manieren actief te blijven in de samenleving, daarom zijn de eerder in dit document geformuleerde programmapunten ook voor hen zeer belangrijk, bijvoorbeeld rond inspraak, het verkeer, veiligheid in het algemeen, het stimuleren van het verenigingsleven en dergelijke.
• Een aantal programmapunten die eerder gericht zijn op zorg voor ouderen staan, in het volgende hoofdstuk.

De zorg voor kinderen, jongeren, mensen met een beperking en ouderen is van cruciaal belang voor het welzijn van onze inwoners. Het vormt de ruggengraat van een gelukkige maatschappij. De overheid mag niet tekort schieten in zijn inspanningen om bij te dragen tot de ontwikkelingskansen van kinderen, de ondersteuning van hen die dat nodig hebben en de zorg voor de ouderen.

De beschikbaarheid van een degelijke kinderopvang is een bezorgdheid in heel Vlaanderen.

• Het opvolgen van de noden is een belangrijke taak van de gemeente. Ouders moeten snel de nodige informatie krijgen over de beschikbare plaatsen. Er zijn meer opvangplaatsen nodig omdat het bewonersaantal toeneemt. De gemeentelijke overheid kan op eenvoudige wijze het quotum verhogen bij Kind&Gezin om de bestaande initiatieven meer opvangplaatsen te geven. Als de gemeente de wil heeft om dit op te volgen, kunnen hiermee vele ouders geholpen worden.
• Ook voor oudere kinderen is er opvang nodig, voor en vooral na schooltijd en in de vakanties. Het aanbod van vakantiekampen moet groot en zinvol genoeg zijn. De gemeente kan de bestaande initiatieven helpen door degelijk spel- en sportmateriaal te voorzien. Het aanbod en het organiseren van naschoolse begeleidende activiteiten voor leerlingen met leermoeilijkheden en sportieve activiteiten voor iedereen dient te worden uitgebreid.

Mensen met een beperking ondervinden nog heel vaak problemen met toegankelijkheid.

• De gemeente heeft hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie: alle publieke ruimtes moeten zonder problemen toegankelijk zijn, zodat dit een stimulans kan worden voor particulieren om hun voorzieningen aan te passen.
• We streven ernaar om alle bushalten aan te passen zodat mensen met een beperking en ouderen gemakkelijk het openbaar vervoer kunnen nemen.
• Er moet bijzondere aandacht zijn voor voetpaden en oversteekplaatsen om rolstoel- of rollatorgebruikers toe te laten zich vrij en veilig te verplaatsen.
• De staat van fietspaden en voetpaden maken het voor mensen met mobiliteitsproblemen vaak erg lastig. Een verhoogde opstapplaats aan de grootste bushaltes mag ook in onze gemeente geen utopie blijven, zoals in enkele omringende gemeenten.

De bevolking veroudert en de uitdagingen in dat verband zijn groot.

• De gemeente kan zorgen voor maatschappelijk werkers die advies en ondersteuning leveren aan alleenwonende ouderen en hun familie.
  • Het is belangrijk dat de gemeente inspanningen levert om ouderen in veilige omstandigheden thuis te laten wonen. Het is nodig dat de mensen de weg vinden naar goede thuishulp en middelen die hen toelaten om zolang ze dat willen en kunnen gezond en veilig thuis te blijven wonen, zoals bijvoorbeeld naar het aanbod van maaltijden aan huis. De toegang tot informatie over de mogelijkheden moet systematisch zijn en actief gestimuleerd worden.
  • Ten tweede helpen zij om een risico-inschatting te maken. Mensen hebben nood aan iemand die hen begeleidt op weg naar aangepaste gespecialiseerde begeleiding. Op die manier kan tijdig de beste keuze gemaakt worden of thuis blijven nog haalbaar is of dat een verblijf in een woonzorgcentrum aangewezen is.
• De gemeente moet initiatieven nemen om de drempel te verlagen wat betreft het inrichten van kangoeroewoningen, het plaatsen van mobiele zorgwoningen en andere mogelijkheden om veilige en gezonde woonomgevingen voor bejaarden te scheppen.
• Er moet een efficiënt systeem komen om hulpoproepen te beantwoorden.
• De gemeente moet een netwerk stimuleren om oog te hebben voor verdoken armoede en vereenzaming van ouderen.
• Heel wat jongeren, ouderen of mensen die onderwijskansen gemist hebben, hebben nood aan extra ondersteuning wat taalvaardigheid betreft: lees- en schrijfvaardigheid zijn sleutels tot informatie en succes in opleidingen. De gemeente moet laagdrempelige cursussen taalverbetering organiseren.
• Tot slot mogen we niet vergeten dat we onze omgeving delen met andere wezen. Wij hebben niet alleen voor mensen een warm hart, maar ook voor dieren. Als mensen dierenverwaarlozing of -leed opmerken, moeten ze weten waar dat kan worden gemeld en is er handhaving nodig van de bestaande reglementering.